Logo Bijbelvers.net

2 Koningen 11:4



Statenvertaling
In het zevende jaar nu zond Jójada, en nam de oversten van honderd met de hoofdmannen, en met de trawanten, en hij bracht hen tot zich, in het huis des HEEREN; en hij maakte een verbond met hen, en hij beëdigde hen in het huis des HEEREN, en hij toonde hun den zoon des konings.

Herziene Statenvertaling*
In het zevende jaar stuurde Jojada boden en liet de bevelhebbers over honderd van de garde en van de lijfwacht halen. Hij bracht hen bij zich in het huis van de HEERE en sloot een verbond met hen; hij nam hun in het huis van de HEERE een eed af, en toonde hun de zoon van de koning.

Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Maar in het zevende jaar ontbood Jojada de over­sten over honderd van de lijfwacht en van de garde; hij liet hen bij zich komen in het huis des Heren, sloot met hen een verbond en nam hun een eed af in het huis des Heren. Daarop toonde hij hun de zoon des konings.

King James Version + Strongnumbers
And the seventh H7637 year H8141 Jehoiada H3077 sent H7971 and fetched H3947 ( H853 ) the rulers H8269 over hundreds, H3967 with the captains H3746 and the guard, H7323 and brought H935 them to H413 him into the house H1004 of the LORD, H3068 and made H3772 a covenant H1285 with them, and took an oath H7650 of them in the house H1004 of the LORD, H3068 and shewed H7200 them ( H853 ) the king's H4428 son. H1121

Updated King James Version
And the seventh year Jehoiada sent and fetched the rulers over hundreds, with the captains and the guard, and brought them to him into the house of the LORD, and made a covenant with them, and took an oath of them in the house of the LORD, and showed them the king's son.

Gerelateerde verzen
1 Samuël 18:3 | 2 Kronieken 29:10 | 2 Koningen 11:17 | 2 Kronieken 15:12 | 1 Samuël 23:18 | 1 Koningen 18:10 | Handelingen 5:26 | Handelingen 5:24 | Nehémia 9:38 | Jozua 24:25 | 2 Kronieken 23:1 - 2 Kronieken 23:21 | 2 Koningen 11:19 | 2 Koningen 23:3 | 2 Koningen 11:9 | Nehémia 10:29 | Nehémia 5:12 | Genesis 50:25 | 2 Kronieken 34:31 - 2 Kronieken 34:32 | 1 Kronieken 9:13